vrijdag 10 oktober 2014

Minnende zwerfer

Minnende zwerfer

Het verhaal van een minnaar:

dichterlijke alcoholist,
Hoe,half nog in zijn roes
raak schets wat er mist:
Hoe hij keek en vroeg of
alles bleef zoals het is
of was zoals het leek.

Hoe een dichter slechts een deel beziet
vanaf het moment dat de minnaar,
't beminde verliest,
als de een voor de ander kiest.
Zijn ogen zwart kleurde,
toen hij 't zelf verloog,
omdat hij z'n eigen
ziel verzoop.

Hoe de dichter om 't beminde rouwt
dichter op 't  randje van bewustzijn,omhouwt
onzet, met woorden, de zinnen bouwt.
terwijl hij Gronigen als stad aanschouwt.
als de werkelijkheid zich ontvouwt:

Het is de ziel die wanhopig
hoop verkoopt.
zijn kind trost nog naast hem loopt
hoe men leeft en van wat men droomt.
zodat hij toch nog
érgens woont.

En in de nachten zoverder
naar de stille hemel bad,
omdat de liefde hem vergat.
hoe hij verder/dieper
in verbeelding trad,
wat is en was en wat
hij had verloren.


toen hij wijselijk/snikkend,
voorlas-haast gelukkig- van vol 'n geschreven blad:
hoe dieper men de ander inkijkt,
hoe minder 't zichzelf vergelijkt,
hoe meer de ander
op de ander gelijkt.
hoe meer een mens
op mensen lijkt.
























0 reacties:

Een reactie posten