vrijdag 10 oktober 2014
Alles stroomt
Alles
stroomt.
Waar
men woont,
wat passeert.
wat passeert.
De
trein
het huis
de passagier.
het huis
de passagier.
Wat
vliegt en beweegt.
Waar
het gaat.
Wat het geeft.
Wat het geeft.
Het
groeit
en leeft.
en leeft.
Gestaag
en soms snel.
Soms de hemel,
Soms de hemel,
soms
een hel.
Waar
het stroomt
waar
het gaat.
Alles
stroomt
In
en uit
rondom, heen
Voor
en onder.
Tot
De
grote gelijkmaker,
op
gerotste landschappen.
Zijn
hete adem in onze nekken hijgt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
0 reacties:
Een reactie posten