woensdag 21 juni 2017

Verstuurd

Tastetend in het donker
mijn hand over het laken,
in het bed waar wij zitten/zaten,
lagen. rauw vlees aan vlees
zij aan zij,
dichtbij, dichter, in je: dichtstbij.
meng ik met u.
en u met mij.

vonk en vuur
kleur geel en rood
kronkel tegen de sterren,
 spring.open, bloot.
naakt.hoog.de NACHT in.

Ik had je, dacht ik,
 even vast. maar tevergeefs
het evenbeeld dat mij beziet,
mijn eenzaam walsen volgt/lijdt
ontkend/ziet.

ontvouwt zich na het vallen van de slaap...
het vergeefse zoeken: je hand/haar /huid.

bloot,
naakt.
in het bed, over het laken
repeteer ik stoïcijns
t strelen,t kussen, de passen.
voor het
geval dat/ooit/misschien
of enkel voor de
herinnering aan toen.

Toen enkel jij mij ziel omkapseld/vasthoudt/grijpt,
mijn hart behuisd/begrijpt
ontvlamt/raakt.

Ontwaak ik overtuigd;
 in het bed
over het laken
waar je lag/was/suist.
fluistert het genadeloos besluit:

Ik ben zoek en jij bent kwijt.
Ik ben zoek en jij bent kwijt.

0 reacties:

Een reactie posten