zondag 13 november 2016

Tussen stil en luid



smoor de woorden in uwen keel met zorgvuldige klanken tussen,
de stiltes, en volg mijn ademenloos dictee
huid aan huid  tot een schaamteloos publiek hangt aan vleselijke lussen,
waar ik baad of in blanke furie tegen opboks, daar ben ik
een god die niet bestaat, die je niet kan sussen.

omdat ik ben, wat je nog niet kent:

het voed en bezigt mij razernij tegemoed te komen aan uw eenvoud,
uwen gelijkeniszoekende kuddezucht. 
herhaal, herhaal, herhaal,
repetitie, repetitie,repetitie.

zo dicht ik uwen lichamen te samen,
zo rollen lange doffe kleden  als betonnen sluizen uit,
zo valt het kil besluit,
zo is het om te sterven, 
zo klinken naakte mensen, 
zo klinkt het vallen
huid aan huid,
  zo klinkt het stille luid.

0 reacties:

Een reactie posten